2015-09-15

We schreven op deze plek al eerder over de Ierse ondernemer Paul O’Connell. Je kent die naam wellicht van Dutch Startup Jobs, een plek waar startups en werkzoekenden met elkaar in contact kunnen worden gebracht. Maar O’Connell is ook de man achter een groter, ambitieuzer project. We hebben het over het Uprise Festival, dat op 25 en 26 september plaatsvindt op het Amsterdamse NDSM-werf.

Meer dan een banenmarkt

Je zou het Uprise Festival kunnen omschrijven als een banenmarkt of startupfair, maar die omschrijvingen doen de organisatie en veelzijdigheid van het programma te kort. Er zijn ontelbaar veel stands, interessante workshops, presentaties, growth stages en pitch battles. Ook leuk: een speciale playground voor kinderen die leren programmeren en hun eigen game kunnen ontwikkelen.



Groei

In maart vond de eerste editie van het festival plaats. Toen nog met vierduizend bezoekers en 77 aanwezige startups. Nu worden 10.000 bezoekers en 200 startups verwacht. En ontzettend veel interessante, creatieve workshops. Indrukwekkende cijfers, en een ontwikkeling die duidelijk laat zien dat startups een steeds prominentere en belangrijkere rol spelen in onze door technologie gedreven maatschappij. Ook: startups worden steeds populairder onder werkzoekenden. En waarom ook niet? Het is een stuk spannender, creatiever en uitdagender om voor een innovatieve startup te werken, dan een juniorpositie in een dertien-in-een-dozijn-baan bij de zoveelste grijze corporate.



Passie

Waar komt de passie en drijfveer van O’ Connell vandaan om zo’n ambitieus project op te starten? Zelf noemt hij het jaartal 2011, tijdens het eerste startupweekend in Amsterdam. Het wakkerde het gevoel bij hem aan om zich te gaan verdiepen in het ontwikkelen van producten en diensten in een klein team dat volledig gericht was op innovatief denken. Dit in tegenstelling tot de werkwijze van ontwerpbureaus en andere bedrijven waar hij als vormgever tijdens zijn loopbaan eerder mee in aanraking kwam: hen ontbrak het de flexibiliteit en het gevoel van urgentie die wel inherent zijn aan het startupethos. Die mindset heeft hem sindsdien niet meer losgelaten. We stelden hem een aantal vragen.



Waarom Nederland?

“Ik verhuisde naar Amsterdam omdat ik op zoek was naar een balans in mijn ontwerpen die Ierland toentertijd niet kon bieden. De sfeer in Amsterdam voelde goed – de esthetiek van de stad en haar publieke ruimte was vergevorderder dan Engeland of Ierland. Door een samenloop van omstandigheden kwam ik in de startupgemeenschap terecht. In 2011 was er nog geen sprake van een industrie of ecosysteem – het was een zeer interessante gemeenschap met een bijna magnetische aantrekkingskracht.”

“De uitgekiende balans tussen werk en privé in Nederland is voor een buitenstaander erg aantrekkelijk. Het leven voelt hier goed. Nederlanders hebben een natuurlijke drijfveer om gericht een doel te halen. Je kunt hier in vrijheid pubiekelijk discussieren overal elk mogelijk onderwerp zonder dat je genegeerd wordt.”

Wat maakt het Nederlandse startupklimaat interessant?

“Het idee om iets vanaf de grond op te bouwen is voor een ontwerper onweerstaanbaar. Toen ik in de Nederlandse startupgemeenschap terechtkwam was het nog jong en vooral zoekende naar een bepaalde identiteit. Het was niet zo gevorderd als andere landen. Ik denk dat we op dat gebied nog steeds kunnen ontwikkelen.”

Je noemt de uitgekiende balans tussen werk en privé aantrekkelijk voor een buitenstaander, maar hebt in eerdere interviews ook genoemd dat het de ontwikkeling van (jonge) bedrijven kan belemmeren. Ben je van mening dat een negen-tot-vijfmentaliteit niet meer van deze tijd is, en nieuwe generaties startups en werknemers flexibeler moeten zijn, 24/7?

“Nederlanders zijn goed in het herkennen van waarde, en het toekennen van een bepaalde relatieve prijs aan die waarde. Dat is duidelijk zodra je dit land binnenstapt. Een dusdanig talent is ontzettend handig tijdens het ontwikkelen van een kosten-batenanalyse van producten die je startup aanbiedt. Als je het kan verkopen aan Nederlanders, kan je het verkopen aan iedereen.”

“Ik ben van mening dat de negen-tot-vijf-mentaliteit nog steeds aanwezig is in startups, en dat de levensduur van bepaalde startups langer is dan het zou moeten zijn. We moeten ons meer richten op het gevoel van urgentie, sneller valideren wat de daadwerkelijke vraag is naar een product. Ik heb het gevoel dat dat gaat lukken. Uiteindelijk gaat het om de kennis van industrieleiders en het geven van het juiste advies aan startups die vechten om het te maken.”

Wat is het voordeel om voor een startup te werken. Waarom niet de zekerheid van een groot, gevestigd bedrijf?

“Er is geen andere industrie waar je zo snel kan groeien van stagiair naar full time medewerker naar partner of mede-oprichter. Als je openstaat voor risico sta je automatisch open voor beloning. Er is niets mooiers dan werkzaam zijn in een startup – om in contact te komen met visionaire leiders die zo ontzettend veel drijfveer, passie en focus hebben dat je het automatisch overneemt. We moeten dat soort mensen koesteren en aanmoedigen, bijvoorbeeld door hen gemakkelijker de middelen te bieden om hun doelen te bereiken.”

Een initiatief als het Uprise Festival dus. Hoe ben je op het idee gekomen om zoiets groots op te starten?

“In 2013 richtte ik de website Dutch Startup Jobs op. Er was toen nog geen website die zich volledig richtte op het verbinden van werkzoekende talenten en startups. Het was meteen een succes. Het kostte wel wat tijd en koppigheid om het duurzaam te maken. Maar de vraag en de markt was er zeker. Vorig jaar nog is de Vrije Universiteit naar ons toegekomen om hun studenten in contact te brengen met startups. Twee jaar terug was daar nog geen sprake van; men zag mogelijkheden voor een rendabele relatie tussen startups en universiteiten. Dat is nu helemaal anders.”

“Mijn oplossing was om een moment te creëren waarin talent direct in verbinding kon worden gebracht met startups in de juiste omgeving. Dit werd de kern achter het idee voor het Uprise Festival. Het begon met talent en breidde vanaf dat moment uit naar iets groters.”

Denk je dat festivals zoals Uprise het startupklimaat verder kunnen ontwikkelen?

“Er zijn talloze startupconferenties en -evenementen die zich puur richten op sprekers en startups, maar volgens mij zijn die weinig waardevol voor aanwezige startups. Ze lijken zich meer te richten op multinationals. Een evenement als Slush daarentegen richt zich veel meer op investeringen, hoewel het nog steeds het oude model van conferenties volgt. Ik denk wel dat er binnenkort veel gaat veranderen; dat men kritischer gaat kijken naar wat er eigenlijk daadwerkelijk geboden wordt op die evenementen voor die willen floreren.”

Eind van deze maand vindt de tweede editie plaats. Hoe kijk je terug naar de eerste editie afgelopen maart? Wat moet er anders?

“Ik was overweldigd door de positieve reacties vanuit het gehele startupecosysteem. Maar het was een eerste editie, dan heb je vanzelfsprekend te maken met veel verbeterpunten en kleine dingen die fout gaan. Ons geluidssysteem was een nachtmerrie – we hebben alles moeten doen met een klein budget van 25.000 euro. Dat is bij de komende editie een ander verhaal. We zijn significant opgeschaald en hebben een internationale focus. Nederland kan laten zien dat het een groot internationaal festival kan organiseren, en binnen een jaar kan groeien naar bezoekersaantallen van 10.000. Welk land kan datzelfde zeggen?”

Niet alleen is het aantal bezoekers gestegen van 4000 naar 10.000, ook zijn er meer startups aanwezig: van 77 naar ruim 200. Wat voor ontwikkelingen en groei hoop je nog meer te zien bij komende edities?

“Het startupecosysteem is constant aan het evolueren, in cycli van zes maanden. Wij willen de producten en oprichters achter startupprojecten in contact laten komen met het grote publiek. Startups bouwen en werken continu aan apps, producten en projecten voor een massapubliek, maar er is nauwelijks sprake van direct contact tussen de ontwikkelaar en eindgebruiker. Vooral dit willen wij veranderen. De techscene is te exclusief en als we niet het voortouw nemen voor meer betrokkenheid zal dit niet verder ontwikkelen. Er is genoeg potentie, we moeten alleen de kansen maken om het te realiseren.”

“Het Uprise-format is gebouwd op het idee van verandering en aanpassingsvermogen – het idee om de wereld de pure potentie te kunnen laten zien van jonge visionairen. Soms hoef je alleen het zaadje te panten van een startup om het snel te zien groeien. Zo heeft het voor mij gewerkt, en hopelijk geldt dat ook voor vele anderen.”

Silicon Canals is mediapartner van UPRISE Festival

The post Maak kennis met Paul O’Connell, de ondernemer achter UPRISE Festival appeared first on Silicon Canals.

Show more