2014-03-19

Soms is journalistiek een kwestie van een lange adem. En van veel geduld. Je duikt als journalist in een zaak, die je graag boven water wilt hebben, maar niet altijd lukt dat meteen. Of: soms wil je graag iemand snel na een sportprestatie interviewen, omdat dan de emotie nog hoog zit en de adrenaline nog alle kanten op knalt. Maar soms wil of kan een sporter dan niet direct. Dan moet je wachten. Als je dat niet kunt of geen geduld hebt, dan kun je beter geen journalist worden.


Zomaar een mixed zone met collega’s die atlete Marion Jones willen interviewen….

Ik zeg wel eens wat kort door de bocht dat ik dit werk nu 40 jaar doe: ik heb 30 jaar gewacht en 10 jaar gewerkt! Dat is natuurlijk onzin, maar het geeft wel aan dat er veel productieve tijd verloren gaat aan het wachten: in de mixed-zone op de sporter die jij net wilt interviewen. Je zult zien dat die net als laatste de kleedkamer uitkomt. Of wachten op de trainer die je na de training even wilt interviewen over blessures en de consequenties daarvan voor de opstelling. Maar die eerst nog een bespreking met zijn technische staf heeft. Dat kost je zo een uurtje of twee. Wachten tot ze tijd voor je hebben. Bobby Robson was daar in zijn PSV-tijd een meester in. Die liet mij rustig tot een uur of half drie, half vier vrijdagsmiddags wachten en zei dan doodgemoedereerd: “Oh Eddy, you’re still waiting for me?” Om daar aan toe te voegen: “If you ask rude questions, I’ll kill you!” Waarmee de toon meteen gezet was. Of Guus Hiddink, die mij wel eens zei dat hij aan mijn lichaamstaal kon zien, dat ik op hete kolen zat en snel met een interview naar Hilversum wilde. Dan liet-ie mij nog even extra lang wachten!


Soms gaat het wel snel, zoals hier bij triathleet Rob Barel in Sydney 2000.

Wachten. In de mixed-zone bij evenementen was dat heel gebruikelijk. Wachten tot de sporter de kleedkamer uitkwam. Bij PSV tartte ik altijd het lot om juist die speler te willen interviewen die het langst in bad bleef liggen, die nog uitgebreid behandeld moest worden of die van huis uit toch al niet de snelste met aankleden was. Bij grote evenementen als Olympische Spelen of EK’s en WK’s had je ook nog wel eens de pech, dat de speler of sporter die je wilde interviewen eerst nog even langs de dopingcontrole moest. En ook dat kan best even duren! Wachten in een mixed zone is geen sinecure. Het is er druk, alle collega’s willen graag vooraan het hek staan en snel hun werk doen. Uitzendingen en deadlines wachten niet. Jij wel! Ik herinner mij nog EK 1996 in Engeland en WK 1998 in Frankrijk. Ingeklemd tussen Jaap van Essen van De Gelderlander/GPD en Anton Lippold van het ANP wachten op een speler die hopelijk iets wilde zeggen. Sommigen liepen altijd door zonder iets te zeggen, zonder op of om te kijken. Winston Bogarde, Edgar Davids, Clarence Seedorf bijvoorbeeld. Maar anderen hadden altijd tijd voor de pers.  Ronald en Frank de Boer, Phillip Cocu, Jaap Stam, Wim Jonk en ook de bondscoach, destijds Guus Hiddink. Ze hadden er misschien niet altijd zin in, maar ze deden het wel en dat valt te prijzen.


UEFA-perscef Rothenbueller kwam na uren wachten met de uitslag van de strafzaak in de zaak ‘staafgooier’ UEFA versus Ajax.

Wachten. Dat was bijvoorbeeld ook het geval bij de spraakmakende strafzaak van het Disciplinaire Comite van de UEFA in Zurich, eind jaren tachtig. Ajax was door de UEFA gedaagd omdat een of andere mafkees tijdens een Europese wedstrijd een ijzeren staaf richting de doelman van Austria Wien had gegooid. Ik heb die hele strafzaak destijds voor NOS-radio verslagen. Omdat het een besloten zitting van het Disciplinaire Comite betrof was het dus wachten, wachten en …nog eens wachten! Tot de toenmalige UEFA-perschef Rothenbueller de verzamelde Nederlandse pers een communique kwam voorlezen. Zie foto! Dat was uiteindelijk na uren wachten.

Ik vond dat wachten nooit een probleem. Natuurlijk kwam ik wel eens in de knel met een uitzending of deadline, maar soms loonde het lange wachten ook. Soms had ik net voor de radio toch dat ene interview, terwijl andere collega’s al waren afgehaakt. Dan bezorgt je dat toch wel weer zo’n yes-gevoel: goed dat ik even heb gewacht. Zo had ik bij het WK 98 in Frankrijk op een avond Guus Hiddink opgespoord. Die zat in een uitzending van Barend en Van Dorp bovenop een berg in het idyllische plaatsje Roquebrun Cap Martin. En na die uitzending ging-ie nog even vrolijk door met socializen met allerlei bekenden, terwijl hij wist dat ik voor NOS-radio een reactie van hem wilde registreren op de koppeling aan Argentinie in de halve finale. Dat had net die avond van Engeland gewonnen. Uiteindelijk kon ik dat interview doen en loonde het wachten van naar schatting anderhalf uur. Dat zijn dan toch de dingen die blijven hangen. Niettemin vraag ik me af wat nu werkelijk gewonnen heeft de afgelopen veertig jaar: werken of wachten!

Show more